In deze bijdrage wordt een overzicht geboden van de voornaamste ontwikkelingen van de voorbije jaren rondom het Bodemsaneringsdecreet, weliswaar toegespitst op die onderdelen van het Bodemsaneringsdecreet die in de praktijk de meeste aandacht genieten. Een eerste onderdeel behandelt de overdrachtproblematiek, waarbij de saneringsplichtige in principe gehouden is tot sanering over te gaan alvorens een overdracht van het terrein te kunnen verwezenlijken. Diverse evoluties hebben zich voorgedaan, zowel in het begrip "overdracht" alsmede in de mogelijkheden om alsnog tot overdracht over te gaan, zonder de voorafgaande decretale weg te volgen. Een volgend onderdeel overloopt de evoluties op het vlak van de aansprakelijkheid in zake bodemverontreiniging.
Dan volgt in een derde onderdeel de vernieuwingen op het vlak van de eigenlijke sanering om ten slotte aandacht te besteden aan nieuwe ontwikkelingen zoals de brownfieldontwikkelingen bij wege van de siteverklaringen en de ontwikkeling van collectieve saneringsfondsen. Een laatste onderdeel
behandelt enkele tendensen die de Vlaamse regering naar voor schuift.