De (bescheiden) invloed van het vervolgings- en strafbeleid van het OM op de punitiviteit

author Johan Sabbe
journal Panopticon Libri (ISSN: )
volume 2010
issue Hoe punitief is België?
section Artikelen
date of publication Jan. 28, 2010
language Dutch
pagina 151
abstract

Het openbaar ministerie is belast met de opsporing en vervolging van de misdrijven (art. 22 Sv.) en met het vorderen van de toepassing van de strafwet (art. 138 Ger. W.), en bekleedt op die manier een centrale positie in de strafrechtspleging (Van Daele, 2002: 33; Verstraeten, 2007: 48 e.v.). De procureur des Konings oefent de strafvordering uit op de wijze door de wet bepaald en rekening houdend met de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid (art. 28quater Sv. en art. 143ter Ger. W.).
Het openbaar ministerie kan dus beschouwd worden als motor en waakhond van de strafvordering, niet alleen doordat het de strafvordering instelt, maar tevens omdat het instaat voor de samenstelling van het dossier, waakt over het verloop van de strafrechtspleging en over de uitvoering van de door de rechter uitgesproken straffen en maatregelen (Van Daele, 2002: 33). De manier waarop die strafvordering wordt uitgevoerd, waarop door de procureur, binnen het algemeen strafrechtelijk beleid en binnen zijn parketbeleidsplan, prioriteiten worden gelegd, waarop beslist wordt over de afhandelingswijze van bepaalde criminele fenomenen, zal ongetwijfeld in belangrijke mate mee bepalend zijn voor de strafrechtelijke gevolgen en de punitieve weerslag van de strafrechtspleging.
En evenzeer dus zal de strafrechtspleging, zoals gehanteerd door de procureur, mee bepalend zijn voor de punitiviteit binnen zijn arrondissement.