De toekomst van het politieonderzoek

author Kees van der Vijver
journal Panopticon Libri (ISSN: )
volume 2010
issue 10 Jaar politiehervorming
section Artikelen
date of publication Sept. 14, 2011
language Dutch
pagina 211
abstract

In dit artikel wil ik een bijdrage leveren aan het proces van het vaststellen van de behoefte aan toekomstig politieonderzoek en de ontwikkeling van de politiewetenschap. Het gaat daarbij zowel om de inhoud als om de wijze van totstandkoming. Dat is niet gemakkelijk. Onder meer omdat er in de loop van de historie veel verschillende definities en omschrijvingen zijn gegeven van de begrippen politieonderzoek en politiewetenschap, waardoor onduidelijk is wat er precies onder wordt verstaan. De oudst bekende vorm is de Duitse Polizeiwissenschaft uit de 17e en 18e eeuw. Het begrip politie omvatte toen veel meer dan thans: het ging om bestuur in brede zin. Politiewetenschap was een Science of Government, die zich bezig hield met kennis over en de beheersing van risico’s, met gezondheidszorg en met de brede thematiek van regulering. Het ging niet om empirisch onderzoek, maar om normatieve beschrijvingen over hoe (de sterke arm van) het bestuur georganiseerd moest zijn en hoe het zou moeten functioneren. Tot op zekere hoogte hield de Polizeiwissenschaft zich ook bezig met wat van burgers werd verwacht. Geheel anders is de oorsprong van de Franse police scientifique (in het Nederlands vertaald als wetenschappelijke speurkunst), die zich richtte op bijvoorbeeld zaken als dactyloscopie en Bertillonage (lichaamsmetingen). Dezelfde term (police science) komt men in de Verenigde Staten tegen vanaf het begin van de 20e eeuw. Daar ging het enerzijds ook om opsporingstechnologie, maar ook om meer fundamentele discussies over de vraag hoe de politie zou moeten zijn georganiseerd.