Empirisch onderzoek naar het werk van de recherche is buitengewoon schaars. Het is moeilijk om gecontroleerde observaties te verrichten naar opsporingsactiviteiten en om de effecten van recherchewerk te meten. Dit artikel gaat in op de dilemma’s die zich voordoen bij het meten van recherchewerk en biedt een overzicht van Nederlandse onderzoekslijnen die de afgelopen decennia zijn ontwikkeld om de opsporingspraktijk te kunnen professionaliseren. Aan de hand van voorbeelden wordt geïllustreerd hoe de resultaten uit deze wetenschappelijke onderzoeken in de opsporingspraktijk worden benut. Dit overzicht laat zien dat er in Nederland een stevige onderzoekstraditie in ontwikkeld als het gaat om onderzoek voor de opsporing, maar tevens dat er nog veel winst kan worden behaald. Er is nauwelijks klassiek evidence based experimenteel onderzoek voorhanden op het gebied van de opsporing. In dit artikel wordt betoogd dat het wel degelijk mogelijk is om experimenteel onderzoek te verrichten naar recherchewerk, en dat het nodig is om dergelijk onderzoek te ontwikkelen, om de opsporingspraktijk verder te kunnen professionaliseren.