Tegenspraak in grootschalige rechercheonderzoeken ook in België?
auteur | Marc Bockstaele |
tijdschrift | Panopticon (ISSN: 771-1409) |
jaargang | Jaargang | Volume 36 |
aflevering | Issue 6. November / December 2015 |
onderdeel | Rubriektekst | Editorial note |
Opsporing en politie / Police and Investigation | |
publicatie datum | 23 november 2015 |
taal | Dutch |
pagina | 535 |
samenvatting | Een grootschalig rechercheonderzoek in kapitale delicten, zoals moordzaken met een onbekende dader, is in de beginfase gekenmerkt door hectiek en spoed. Het is daar van groot belang zo snel mogelijk bewijsmiddelen te vergaren en getuigenverhoren te doen. Dit betekent dat men soms beslissingen moet nemen terwijl nog niet alle relevante informatie beschikbaar is. Beslissen in onzekerheid is een van de moeilijkste vormen van beslissen (Bell, raiFFa & tVersky, 1988). Het is inherent aan moordzaken met onbekende dader dat personen die als verdachte in beeld komen indringend worden verhoord, inclusief alibicontrole en huiszoeking, die achteraf volkomen onschuldig blijken te zijn. Omdat men bij een moord met onbekende dader per definitie niet weet wie de dader is, worden dus in de loop van een onderzoek inderdaad verkeerde beslissingen genomen. Sommige rechtspsychologen noemen dat fouten. Professor merCkelBaCh (2011), rechtspsycholoog, vindt dat ze daar soms in doorschieten omdat het zo makkelijk is om achteraf te roepen wat er misging. Rechtspsychologen zien nogal eens over het hoofd dat men heel anders tegen een zaak aankijkt als |
![]() |
bekijk het artikel als PDF
|