Het belang van de bescherming van het bronnengeheim vloeit voort uit en vormt een wezenlijk bestanddeel van het recht van de pers om te informeren en het recht van het publiek op informatie. Reeds in de jaren ’70 van de twintigste eeuw werd het belang van een wettelijke verankering van het journalistieke bronnengeheim verdedigd op grond van artikel 10 EVRM. Naar aanleiding van de Coenen zaak in 1985221 werden verschillende parlementaire initiatieven gelanceerd teneinde aan journalisten een wettelijk erkend bronnengeheim toe te kennen. Slechts één van deze wetsvoorstellen werd effectief door de Senaat behandeld, doch stuitte op een njet van de Raad van State.