Burgerinitiatieven en veiligheidsbeleid

auteur Marc Cools
tijdschrift Update in de Criminologie (ISSN: )
jaargang 2010
aflevering V Actualia strafrecht en criminologie
onderdeel Artikelen
publicatie datum 26 april 2010
taal Dutch
pagina 201
samenvatting

In de sessie ‘Burgerinitiatieven en veiligheidsbeleid’ van deze 5de Update in de Criminologie: ‘Actualia in het strafrecht en de criminologie’ is het onze eer en genoegen een korte, beperkte toelichting en een persoonlijke duiding te geven bij het recente wetenschappelijk werk van drie collega’s. Waar het mogelijk en wenselijk is, zullen we vanuit het perspectief van ons eigen onderwijs- en onderzoeksdomein,
meer bepaald, de private en bijzondere veiligheidszorg, een aantal opmerkingen formuleren. Vooreerst zal Dr. Tinneke Degraeuwe stilstaan bij haar doctoraatsonderzoek: ‘Burgerinitiatieven inzake onveiligheid en criminaliteit’ (Degraeuwe, 2008). Vandaag legt ze de nadruk op: ’En nu is het genoeg ! Acties van buurtbewoners tegen criminaliteit en onveiligheid’. Vervolgens zal ook Dr. Joery Matthys zijn doctoraatsonderzoek ‘Private Security Companies and Private Military Companies. A Comparative and Economical Analysis’ (Matthys, 2010) voorstellen. Hij zal het hebben over: ‘Stiefbroederlijk delen: is het wettelijk gelijkstellen van private veiligheidsbedrijven en private militaire bedrijven gestoeld op rationaliteit ?’ En ‘last but not least’, zal Prof. dr. Patrick Hebberecht één hoofdstuk uit zijn meest
recente boek ‘De verpaarsing van de criminaliteitsbestrijding in België. Kritische opstellen over misdaad en misdaadcontrole in de laatmoderniteit’ (Hebberecht, 2008) bespreken. Meer bepaald: ‘Criminalisering als laatmoderne sociale controle strategie. De ontwikkeling van het strafrecht onder de ‘paarse’ regeringen Verhofstadt I en II (1999-2007)’. Omwille van eerder historisch chronologische redenen zullen
we in onze schriftelijke bijdrage eerst stilstaan bij het werk van P. Hebberecht en T. Degraeuwe om vervolgens af te ronden met dit van J. Matthys. We wensen te eindigen met een persoonlijk en ‘updatet’ besluit. Kortom deze sessie bevat stof genoeg om na te denken over een aantal actuele
onderzoeksobjecten in de criminologie. In elk van de drie sessies staat, naar onze mening, in deze of gene wijze de burger terug centraal. T. Degraeuwe ziet de burger als een initiatiefnemer tot en J. Matthys als een producent/consument van veiligheid. P. Hebberecht plaats de burger, naar onze mening, in het primaat van de politiek en duidt meteen en overduidelijk aan dat criminaliteit(scontrole) per definitie een ‘politiek probleem’ (Kosto, 1993, p.17) is en dat een kritische analyse noodzakelijk blijft (Walters, 2003, p. 5-7).