Noot: De werking van groepsvrijstellingsverordening 1400/2002 en interactie met het Belgische burgerlijk recht

auteurs Herlinde Burez
  Anouk Focquet
tijdschrift TBM / RCB (ISSN: )
jaargang Jaargang | Livraison 2014
aflevering nº 4 2014
onderdeel Rechtspraak | Jurisprudence
publicatie datum 27 januari 2015
taal Dutch
pagina 342
samenvatting

De opmars van kwalitatief selectieve distributiesystemen – dit zijn systemen waarbij een leverancier enkel distributeurs aanstelt die voldoen aan kwalitatieve criteria en waarbij die erkende distributeurs moeten worden toegelaten aan elkaar te leveren en moeten worden verboden om te leveren aan
niet-erkende distributeurs – is in alle sectoren opvallend. In de automobielsector werd het kwalitatief selectieve distributiesysteem massaal geïntroduceerd voor de aftersales netwerken naar aanleiding van de inwerkingtreding van groepsvrijstellingsverordening 1400/2002 (‘Verordening 1400/2002’). Er dient echter meteen op te worden gewezen dat Verordening 1400/2002 geenszins een verplichting inhield om een systeem van kwalitatieve selectieve distributie in te voeren.
The proof of the pudding is in the eating, en zo komt het dat, ruwweg 10 jaar na de inwerkingtreding van Verordening 1400/2002 en op een ogenblik dat de verordening reeds niet meer in werking is, het Hof van Beroep te Antwerpen (‘Hof’) zich moet buigen over een aantal vraagstukken met betrekking tot Verordening 1400/2002 en de impact daarvan op het Belgische civiele recht.
In deze commentaar wordt ingezoomd op deze vraagstukken, nadat eerst kort de feiten en de grote lijnen van de analyse van de rechter in eerste aanleg en van het Hof worden samengevat.