De appreciatiebevoegdheid van bijzondere inspectiediensten

auteur Dominique Boels
tijdschrift Reeks Veiligheidsstudies (ISSN: )
jaargang 2015
aflevering 14. Bijzondere inspectiediensten. Overzicht, bevoegdheden, instrumenten, samenwerking en knelpunten
onderdeel Artikelen
publicatie datum 25 november 2015
taal Dutch
pagina 151
samenvatting

Het bestaan van een appreciatiebevoegdheid of discretionaire ruimte binnen het strafrechtsysteem werd in de jaren 50 in de Verenigde Staten ontdekt (Davis, 1996; Kleinig, 1996). Meer specifiek toonde een in 1956 door de American Bar Foundation uitgevoerde survey aan dat de uitkomst van een confrontatie met het strafrechtsysteem op elk niveau het resultaat was van een beslissing die grotendeels discretionair is (Kleinig, 1996). Vier jaar later, in 1960, verscheen een artikel waarin de discretionaire ruimte van de politie, en meer specifiek de vaststelling dat uitvoerende politiefunctionarissen ervoor kunnen kiezen om de wet niet te handhaven wanneer zij een wetsovertreding constateren, centraal stond (Landman, 2015). Sedert deze eerste publicaties is er heel wat interesse getoond in dit begrip, zowel door praktijkmensen (bv. advocaten) als door sociale wetenschappers en academici (Hawkins, 1992). In het bijzonder gaat de belangstelling uit naar vragen zoals: hoe verloopt het besluitvormingsproces en welke factoren beïnvloeden besluitvorming, hoe kan het besluitvormingsproces begrepen worden, hoe omvangrijk is de appreciatiebevoegdheid, op welke wijze wordt de appreciatiebevoegdheid ingeperkt of gestuurd (Hawkins, 1992)?