Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding

auteur Walter M Thiebaut
tijdschrift Recht in beweging (ISSN: )
jaargang 2010
aflevering 17de VRG-Alumnidag 2010
onderdeel Artikelen
publicatie datum 3 maart 2010
taal Dutch
pagina 383
samenvatting

Ruimterecht is een nieuwe tak van het Internationaal Recht. Dat is niet te verwonderen als men weet dat het eerste object, vervaardigd door mensen, er slechts in oktober 1957 in slaagde zich buiten de aardse atmosfeer te begeven. De lancering van Spoetnik door de Sovjetunie opende de weg naar de exploratie
en de exploitatie van de ruimte. Tot dat ogenblik was het niet mogelijk de ijzeren wet van de natuur te overwinnen die bepaalt dat elke massa een snelheid van 11,2 km per seconde moet ontwikkelen om aan de zwaartekracht van de aarde te ontsnappen. Er waren wel al auteurs zoals Jules Verne, die in zijn fictieroman “ De la terre à la lune” uitvoerig beschreef hoe de mens de extra-atmosferische ruimte zou betreden, en er waren zelfs juristen die denkoefeningen publiceerden over het juridisch statuut van de ruimte. Emile Laude, een Belg, publiceerde in 1910 een artikel waarin hij het ontstaan van het ruimterecht (le droit de l’espace) voorspelde. Waarschijnlijk werd hij tot nadenken genoopt door de geschriften van de Russische ingenieur Konstantin Tsiolkovsky, die in 1903 de menselijke expansie in
de ruimte voorzag en terecht als de grondlegger van de ruimtevaart wordt erkend door zijn baanbrekend werk in rakettechnologie. Andere juristen zoals Vladimir Mandl, die in 1932 de eerste monografie over
ruimterecht schreef en Prof A. Meyer, droegen hun steentje bij, maar het is toch in de Verenigde Naties dat het ruimterecht tot volle ontplooiing zou komen. Inderdaad: slechts een jaar na de lancering van Spoetnik adopteerde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 18 december 1958 een Resolutie waarin de nood voor inter-nationale samenwerking en voor het vreedzame gebruik van de ruimte werd bevestigd. Er werd ook een ad hoc comité opgericht met de taak de juridische problemen in kaart te brengen. Een jaar later werd dit comité een permanent orgaan van de Verenigde Naties: het UNCOPUOS, het Comité voor het vreedzame gebruik van de Ruimte. Dit comité heeft een juridisch en een technisch subcomité die de besluiten klaarmaken die jaarlijks door het voltallige comité voorgelegd worden aan de Algemene Raad van de VN, en die door consensus aanvaard worden. Gebaseerd op het werk van dit comité slaagde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties erin om in december 1963 de “ Declaration of Legal Principles Governing the Activities of States in the exploration and use of Outer Space” aan te nemen. Deze Declaratie zou de basis vormen voor het eerste verdrag over het vreedzame gebruik van de ruimte: “Treaty on Principles Governing the Activities of States in the Exploration and Use of Outer Space, including the Moon and Other Celestial Bodies” van 1967, gekend als het Outer Space Treaty, of OST. In deel III van deze uiteenzetting zal een kort overzicht gegeven worden van de evolutie naar een ruimtepolitiek in Europa, vanaf de beginperiode tot de adoptie van het Verdrag van Lissabon, en het gevolg daarvan op de relaties tussen het Europees Ruimteagentschap ESA en de Europese Unie.

Open Access  bekijk het artikel als PDF