Grenoverschrijdende samenwerking tussen lokale overheden. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling in Europees en internationaal perspectief

auteur Jan Wouters
tijdschrift Recht in beweging (ISSN: )
jaargang 2008
aflevering 15de VRG-Alumnidag 2008
onderdeel Artikelen
publicatie datum 6 maart 2008
taal Dutch
pagina 171
samenvatting

In deze bijdrage gaan we voornamelijk in op een recente, en tegelijkertijd revolutionaire, ontwikkeling in dit domein. Nadat zij zich lange tijd beperkte tot het ter beschikking stellen van aanzienlijke financiële middelen, heeft de Europese Unie zich met de uitvaardiging van Verordening (EG) nr. 1082/2006
van het Europese Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), hierna EGTSVerordening genoemd, eindelijk op het terrein van de juridische structurering van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden begeven. Dit zal de bestaande samenwerking langsheen de vele Europese binnengrenzen zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve termen doen veranderen. Gelet op de samenhang van de EGTS-Verordening met de gelijktijdig uitgevaardigde verordening over het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling, kan immers
worden aangenomen dat lokale overheden eerder voor deze nieuwe structuur zullen opteren vanuit de – al dan niet terechte – veronderstelling dat dit de kansen op een positieve beoordeling van hun samenwerkingsprojecten door de Europese Commissie zal vergroten. Hierdoor zullen niet alleen bestaande informele samenwerkingsverbanden en privaatrechtelijke structuren omgezet worden in een dergelijke Europese groepering, maar zullen vermoedelijk ook de bestaande, op verdragen gebaseerde rechtsvormen voor publiekrechtelijke grensoverschrijdende samenwerking aan belang inboeten. Op kwantitatief vlak kan deze verordening eveneens voor grote veranderingen zorgen: zo ontbrak het tot nog toe vooral in Centraal-Europa aan juridische instrumenten voor grensoverschrijdende samenwerking en was de houding van de centrale overheden in die landen – mede ingegeven door de vrees voor irredentistische beweegredenen in grensgebieden met aanzienlijke nationale minderheden –
niet altijd uitgesproken positief of zelfs eerder afwijzend. Het ontstaan van de rechtsvorm van de EGTS, en de beperkte weigeringsgronden die de centrale overheid tegen de oprichting ervan kan invoeren, zullen ervoor zorgen dat ook in die contreien de lokale grensoverschrijdende samenwerking meer ingang
vindt.

Open Access  bekijk het artikel als PDF