De kennismaatschappij produceert veel onwetendheid

auteur Mark Eyskens
tijdschrift Recht in beweging (ISSN: )
jaargang 2008
aflevering 15de VRG-Alumnidag 2008
onderdeel Artikelen
publicatie datum 6 maart 2008
taal Dutch
pagina 449
samenvatting

Alles verandert steeds meer, maar niet alle veranderingen zijn goed. De ICT-revolutie en haar gevolgen zijn noch ethisch noch onethisch. Zij zijn veeleer amoreel. De hamvraag is waartoe ze worden aangewend. Zij maken van de mens een moderne Prometheus, die het kennisvuur van de goden heeft geroofd. Al de wetenschappelijke en technologische uitvindingen en innovaties, door de mens tot
stand gebracht, werden en worden onomkeerbaar, want eens een uitvinding of ontdekking gedaan, is ‘de geest uit de fles’, ten goede of ten kwade. Gegeven de waterval van veranderingen, rijst steeds meer de vraag naar goed en kwaad van vernieuwing en mutatie, naar het ‘bonum et malum rerum novarum’,
naar de ethische inschatting van het nieuwe. De belangrijkste en meest wezenlijke samenlevingsvraag van de volgende jaren heeft te maken met de ethiek van de verandering. Zijn de veranderingen, die zich doorzetten, goed of slecht, aanvaardbaar of verwerpelijk? En hoe kunnen de goede wijzigingen worden bevorderd en de slechte worden weggewerkt of voorkomen? Maar niet alleen de ethiek van de doelstellingen is ter zake. Ook de ethiek van de middelaanwending dringt zich op. Zo rijzen ethische vragen naar de finaliteit van bepaalde wetenschappelijke ontdekkingen, van de technologie en haar aanwending. Wat doen we maatschappelijk met de sterk toenemende welvaart, hoe wordt ze verdeeld en met welk doel? Er rijzen morele vragen in verband met de functionering zelf van de economie, van de politiek en nopens de betrekkingen tussen landen, naties en volkeren. Om maar enkele voorbeelden te citeren uit een bijna onuitputtelijke reeks. De meest fundamentele opdracht voor de toekomst is een antwoord verschaffen op volgende vraag: ‘Hoe de veranderingen die ons overspoelen, omzetten in ware
menselijke vooruitgang?’ Het is een vraag die ook de Universiteit uitdaagt in haar existentiële motivering. Er blijkt meer nood te zijn aan een ethiek van de verandering dan aan een verandering van de ethiek. De vraag naar wat ‘menselijke vooruitgang’ betekent aan het begin van de XXIste eeuw situeert zich op het
kruispunt van geloven en hopen, maar ook van weten en denken.

Open Access  bekijk het artikel als PDF