Ingevolge het Decreet van 7 juli 2006 moet de langstlevende echtgenoot of samenwonende partner geen successierechten meer betalen op de netto-waarde van de gezinswoning in het Vlaams Gewest. Met deze vrijstelling van successierechten op de gezinswoning wil de Vlaamse Regering enerzijds de successierechten humaniseren en anderzijds het verkrijgen van een eigen onroerend goed nog meer stimuleren. Om dit doel te realiseren werden de artikelen 42, 48, 56 en 128 Vl. W. Succ. door het Decreet gewijzigd. In deze bijdrage worden de voorwaarden voor de vrijstelling alsook de gevolgen ervan voor de aanrekening van het passief en voor de concrete aangifte van nalatenschap besproken. Tevens analyseren we in hoeverre deze wetswijziging het pad van een eventuele vermogensplanning doorkruist, om met een aantal kritische bedenkingen bij de deze nieuwe wetgeving te eindigen.