Interne markt: vrij verkeer

auteur Jules Stuyck
tijdschrift Recht in beweging (ISSN: )
jaargang 2005
aflevering 12de VRG-Alumnidag 2005
onderdeel Artikelen
publicatie datum 14 maart 2005
taal Dutch
pagina 107
samenvatting

In een eerste hoofdstuk zal worden gewezen op het belang van de inroepbaarheid, voor de nationale rechter, van de fundamentele persoonsvrijheden van het Verdrag en op de "horizontale" werking die het Hof aan deze vrijheden heeft verleend. Vervolgens zullen recente tendensen in de rechtspraak met betrekking tot vrij verkeer van goederen, vrijheid van vestiging, vrijheid van dienstverlening en vrij kapitaalverkeer worden toegelicht. Los van de doorwerking van de (rechtstreeks werkende) bepalingen van het EG-verdrag inzake vrij verkeer op de nationale rechtsorde, moet ook worden gewezen op het bestaan van een groot aantal richtlijnen en verordeningen die de rechtsverhoudingen
tussen lidstaten en rechtssubjecten en rechtssubjecten onderling (tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen en consumenten), beheersen. Bij wijze van voorbeeld kan worden verwezen naar richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 met betrekking tot kredietinstellingen (banken)2, richtlijn 89/48 van 21 december 1988 inzake de erkenning van diploma's van hoger onderwijs3 en diverse richtlijnen inzake consumentenbescherming, intellectuele eigendom en openbare aanbestedingen. Deze communautaire wetgeving blijft hier verder buiten beschouwing.

Open Access  bekijk het artikel als PDF