In de locomotieftekst van Willy Bruggeman vinden we onmiddellijk na de algemene inleiding de titel ‘de invloed vanuit de criminologie’. Hiermee wenst de auteur, zelf politieman én criminoloog, de bevoorrechte relatie tussen de politie en de criminologische wetenschap in de verf te zetten. Vol-gens Bruggeman bood de criminologie al heel wat kennis aan de politie en biedt vooral de no-nonsense criminologie, mits enige voorzichtigheid, steeds meer houvast voor beleidsvorming binnen de politie. De criminologie biedt daarbij ook een spiegel voor de al dan niet goede werking van de politie. Hiermee duidt de auteur op het belang van deze relatie, iets wat we ook in de politie van morgen moeten blijven bewerkstelligen. Hij pleit ervoor om de bruggen tussen de criminologie als wetenschap en de politie als instelling in de toekomst te versterken. Hoewel een gezond wantrouwen tussen beide instituten noodzakelijk is (Nelen, J. 1998; Bruinsma, G., & Van der Vijver, K., 1998; Muller, E., 1998), meen ik deze stelling via onderstaand artikel kracht te moeten bijzetten (Cachet, 2005, p. 411). Uitgangspunt daarbij is de nood aan meer vakontwikkeling of professionalisering van de politie.