De politie, ook uw vriend?

De opinie van de Gentse lokale politie over personen met een psychiatrische stoornis onderzocht

auteur Veerle Van Gampelaere
tijdschrift CPS scriptieprijs (ISSN: )
jaargang 2
aflevering 2013
onderdeel Winnaar
publicatie datum 5 juni 2013
taal Dutch
pagina 0
samenvatting

De doelstelling van de masterproef was het leveren van een bijdrage aan het verkrijgen van inzicht in de heersende attitudes die lokale politieambtenaren hebben over personen met een psychiatrische stoornis. De onderzoeksvragen waren de volgende (1) Wat is de attitude van politieambtenaren over personen met een psychiatrische stoornis? (2) Welke visie hebben politieambtenaren op hun rol in de zorg voor personen met een psychiatrische stoornis? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden werd empirisch onderzoek gevoerd bij de Gentse lokale politie.
Het onderzoek omvatte zowel een kwantitatief als een kwalitatief onderzoekluik en werd voorafgegaan door een explorerende literatuurstudie. Uit de studie blijkt dat politieambtenaren geen eenduidige attitude hebben ten opzichte van personen met een psychiatrische stoornis. Er kunnen twee groepen politieambtenaren worden onderscheiden: een meerderheidsgroep met een matige positieve attitude en een kleinere groep met een uitgesproken negatieve attitude. Daartussen bevindt zich een derde groep met een eerder neutrale opinie.
De visie die politieambtenaren hebben op hun rol in de zorg voor zulke personen is eveneens niet eenduidig. Ook hier werden immers twee groepen politieambtenaren onderscheiden: zij met een positieve visie en zij met een uitgesproken negatieve visie. In deze studie werden ook enkele socio-demografische gegevens geanalyseerd om inzicht te verkrijgen in de oorsprong van de attitude van de individuele politieambtenaar. Uit deze analyse blijkt dat de factoren ‘leeftijd’ en ‘anciënniteitsgraad’ een significante invloed uitoefenen op de attitude van de politieambtenaar. Vervolgens werd ook nagegaan of externe factoren de attitude van politieambtenaren beïnvloeden. Uit het onderzoek blijkt dat zulke factoren wel degelijk bestaan, met name (1) de maatschappelijke negatieve beeldvorming die heerst over personen met een psychiatrische stoornis - waaruit verschillende negatieve stereotyperingen voortvloeien - alsook het gebruik van negatief geladen terminologie in het dagelijks
taalgebruik (2) gebrek aan voldoende opleiding inzake geestelijke gezondheidsthema’s en (3) een toename van de contactmomenten tussen beide partijen. Hoewel de onderzoeksdoelstelling bereikt is, is het aan te raden om verder onderzoek over deze thematiek uit te voeren.