samenvatting |
In de zomer van 2012 stemde (een meerderheid in) de Eerste Kamer in met de oprichting van een nationaal politiekorps in Nederland. Wie de inrichting van dit korps vanuit een oogpunt van schaal bekijkt, komt tot de vaststelling dat zij vanuit operationeel oogpunt niet erg geslaagd is. In plaats van de hoofdstructuur van het korps te enten op de nieuwe organisatie van de rechterlijke macht (met tien arrondissementen) en haar vervolgens onder te verdelen in regio’s, districten en basisteams, was het beter geweest om het korps te bouwen op robuuste gekwalificeerde districten in en rond de 25 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Daarenboven moet worden betreurd dat de vorming van het nationale korps niet gepaard is gegaan met een zekere sanering van het politiecomplex door met name allerlei bijzondere politiediensten in het nieuwe korps te integreren. Jammer is ook dat de te gecompliceerde interne organisatie van het nieuwe korps de grensoverschrijdende samenwerking met de politiediensten in België en Duitsland eerder zal belemmeren dan bevorderen. |