Van cura mortuorum (zorg voor de doden) naar sollictus est de mortuis (zorgen maken over de doden)

author Martin Booij
journal Panopticon (ISSN: 771-1409)
volume Jaargang | Volume 36
issue Issue 6. November / December 2015
section Rubriektekst | Editorial note
  Opsporing en politie / Police and Investigation
publicatie datum 23 novembre 2015
langue Dutch
pagina 555
abstract

Deze bijdrage handelt over de problemen en mogelijke oplossingen inherent aan het probleem van onbekende, vermeende en onjuiste identiteiten bij het vaststellen van overlijden en is het resultaat van een bij het Benelux universitair centrum en het IDcentre (Eindhoven) met succes ingediende scriptie.
Eerst worden de begrippen identiteit en identiteitsfraude omschreven en vervolgens wordt aan de hand van een waargebeurde casus de probleemstelling geformuleerd, waarna de in Nederland vastgestelde rol van de ketenpartners is beschreven. De politie heeft naast de taak van handhaving van de rechtsorde ook een hulpverleningstaak. Afhankelijk van de wijze van optreden, staat de politie onder gezag van de officier van justitie of de burgemeester en kan zij de aan haar toegekende bevoegdheden toepassen. Om de identiteit van een overledene te achterhalen, zal de politie vaak gebruik maken van dactyloscopisch onderzoek, DNA onderzoek en/of gezichtsvergelijking. Vervolgens zal de rol van de gemeente aan de orde komen. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal bij een overlijden een akte willen opmaken, maar dit gaat niet altijd zonder slag of stoot. De rol van de ambassade is meestal adviserend en daardoor beperkt. Ten slotte wordt de rol van de lijkschouwer beschreven.

Open Access  view the article as PDF