Lokale politie partner of uitvoerder?
authors | Leo Mares |
Frank Mulleners | |
journal | Cahiers Politiestudies (ISSN: 1784-5300) |
volume | Jaargang 2009 |
issue | 12. De relatie in de strafrechtsketen tussen politie, parket, onderzoeksrechter en rechtbank |
section | Artikelen |
publicatie datum | 9 novembre 2009 |
langue | Dutch |
pagina | 13 |
abstract | De politie, lokale of federale, die kennis krijgt van een misdrijf moet daarvan dadelijk bericht geven aan de procureur des Konings van het rechtsgebied waar het misdrijf gepleegd wordt. Dat wil art.29 van het wetboek van strafvordering. In dit geval wordt vrij snel na de feiten het parket telefonisch ingelicht, zoals dat in het jargon geformuleerd wordt. Tijdens de kantooruren is het de bedoeling dat de zonemagistraat wordt gecontacteerd. In een aantal gerechtelijke arrondissementen, niet in allemaal, want tot nader order is er ter zake schijnbaar geen eenduidige beleidsvisie, is een substituut bevoegd gemaakt voor één of meerdere politiezones van het ressort. Na de traditionele kantooruren, en niet zelden ook daarbinnen, en in de arrondissementen waar het systeem van de zonemagistraat niet bestaat, wordt de magistraat van wacht(jargon) gebeld. Daarnaast bestaan nog referentiemagistraten die enkel voor hun eigen specialisatie mogen worden gecontacteerd. De substituut geeft de nodige opdrachten aan de politie. Hij, maar ook vaak een zij, vordert de onderzoeksrechter en een ruime tijdsspanne later volgt een afstapping ter plaatse, gevolgd door een taakverdeling. Als het onderzoek verder enigszins professioneel wordt gevoerd, dient de verdachte later (in België meestal jaren later, in tegenstelling tot andere West-Europese democratieën) voor het hof van assisen te verschijnen. In deze bijdrage wordt vertrokken van het meest extreme misdrijf, met name moord, om de verhouding tussen de lokale politie en de partners in crime van justitie onder een vergrootglas te houden... |